Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dewelken zullen [tot] straf lijden het eeuwig verderf, [16]van het aangezicht des Heeren, en van [17]de heerlijkheid Zijner sterkte, 16. Dat is, of, dat het toornig aangezicht van Christus den rechter hun dit verderf zal aandoen; of, dat zij zullen lijden, van het aangezicht van Christus verstoten zijnde. Zie Matth.25:41. 17. Dat is, Zijne sterke heerlijkheid, gelijk tevoren, vs.8, en Ef.1:7.